Cathédrale Saint-Vincent (nouvelle église Saint-Vincent)

De nieuwe neoklassieke kathedraal Saint-Vincent de Mâcon (1806-1816) werd gebouwd na het Concordaat van 1801 en het bezoek van Napoleon I en Josephine aan Mâcon in 1805. De keizer kende de stad bij decreet 240.000 francs toe om een nieuw bedehuis op te richten. Het idee was om het op te dragen aan de heilige Napoleon, een Corsicaanse heilige, wiens feestdag op 15 augustus viel! De architect Guy de GISORS, een van de officiële architecten van het Keizerrijk, wordt aangesteld om de plannen uit te werken. Een keizerlijk decreet bepaalde dat de kerk in neoclassicistische stijl moest worden gebouwd op de plaats van de voormalige kapittelkerk Saint-Pierre, tegenover de Place Napoléon (Square de la Paix). Maar de ramingen werden overschreden en pas op 24 augustus 1816 werd de kerk officieel ingewijd: ze werd gewijd aan de heilige Vincentius, diaken en martelaar, en aan de heilige Lodewijk, koning van Frankrijk.
Een van de bezienswaardigheden van de kathedraal van Mâcon is het complete iconografische programma van glas-in-loodramen uit de 19e eeuw van meester-glasblazer Jean-Baptiste Barrelon, die het middenschip onderbreken. Eén ervan springt in het oog: het glas-in-loodraam van Saint Vincent en Saint Louis, beschermheiligen, die de twee Saint-Vincent-kathedralen van Mâcon voorstellen, de oude (de Vieux Saint-Vincent, waarvan tot op heden alleen nog de overblijfselen over zijn) en de nieuwe, die in 1816 werd ingewijd.