Terres Est-Ouest

Dauphine Scalbert, terug in Frankrijk na vele jaren keramiekpraktijk in het buitenland (Korea, Japan, Mexico, Colombia...), organiseerde samen met Nicole Crestou de eerste keramiektentoonstelling in het Manoir de Lain waar ze zich had gevestigd. Een groep pottenbakkers-scheppers was uitgenodigd:

Jean-Jacques Bailly (die geen keramist was, maar een man wiens extreme gevoeligheid hem niet liet terugdeinzen voor artistieke expressie);

Jean-Yves Chevilly, die destijds schreef: "Ik heb altijd een hekel gehad aan afval en mijn werk als beeldend kunstenaar is gericht op Arte Povera;

Brigitte Sabatier, de pottenbakker uit Thury, lang bekend om haar creatieve werk in Château de Ratilly;

Colette Biquand, wiens behoefte om te schrijven zowel het papier als de grote oppervlakken van haar potten overspoelt;

en Nicole Crestou, een onuitputtelijke beeldhouwer en ontwerper.

De vijf kunstenaars, wier tentoonstelling "Sculptures dans la Cour Ovale" heette, werden vergezeld door Isabel García en Otilia Jerez (pottenbakkers uit de Andes in Colombia), en Alain Gauffier (beeldhouwer in steen).

Dit was de eerste ExpoLain. In de daaropvolgende jaren zou het Manoir de Lain elke zomer honderden keramisten en duizenden keramisten ontvangen, in heel zijn architectuur: de binnenplaats, het park, de schuur, het huis...