Ville de La Machine

Al in de 15e eeuw werd op dit land steenkool gewonnen. In die tijd waren er alleen velden en bossen, maar geen dorpen of huizen.
La Machine is een recente commune die rond de mijnen werd gebouwd.
Het koninkrijk Frankrijk was tijdens het bewind van koning Lodewijk XIV zeer afhankelijk van de Engelsen voor de levering van steenkool. In 1669 bracht Colbert hem op de hoogte van de aanwezigheid van winstgevende steenkool in de streek van Nivernais. Hij zag hierin een middel om meer autonoom te worden en begon dus met de nodige stappen om deze te exploiteren.
De stad dankt haar naam aan de eerste steenkoolwinningsmachine die in 1689 door de Belgische ingenieur Daniel Michel werd geïnstalleerd. Het was een houten carrousel waar een paard omheen draaide. La Machine werd een gemeente in 1790.
De stad groeide met de ontwikkeling van de mijnbouwactiviteit en de komst van nieuwe arbeiders van het platteland, uit andere mijnstreken, maar ook uit het buitenland (Polen, Italië, China, enz.).

Vandaag de dag, met 3.343 inwoners, heeft La Machine nog steeds een rijk mijnerfgoed, hoewel de laatste schacht in 1974 werd gesloten. Let goed op, want op elke hoek is het mijnverleden te zien.
Zijn grootste ambassadeurs zijn het Mijnmuseum, de Puits des Glénons, de oude mijnsteden en de terrils.

De wandelpaden, het recreatiecentrum met de vijver van Grenetier, een ideale plaats om te zwemmen en te vissen, zorgen voor een aangenaam verblijf.

Twee rondleidingen "De stad" en "De steden" stellen u in staat alle aspecten van deze voormalige mijnstad te ontdekken.

Vanuit Decize kunt u de vijver van Grenetier en La Machine bereiken via het jaagpad van het kanaal van Nivernais en de fietsroute Fonds Judas.

In de zomer worden rondleidingen georganiseerd.