Reisje door de tijd langs de grote merken waar Bourgogne om bekend staat: Seb, Amora, Kodak, Tolix etc. Dompel uzelf onder in de mythe van de Bourgondische merken die een stempel hebben gedrukt op de geschiedenis van de streek.
Info !
Gebruik de pijlen naar links en naar rechts om van het ene deel naar het andere te gaan
Gaat de carrousel te snel?
Plaats uw muis in het midden van de tekst en het doorbladeren stopt.

Le Petit Marseillais komt eigenlijk uit Dijon
Het merk Le Petit Marseillais komt helemaal niet uit Marseille, maar uit Dijon! Het moederbedrijf, Laboratoires Vendôme, tegenwoordig onder de hoede van het grote Amerikaanse bedrijf Johnson & Johnson, kocht het merk in 1984 op, toen het grote publiek het nog niet kende (de omzet bedroeg toen nog maar 100.000 franc = 17.500 euro!). Tegenwoordig is Le Petit Marseillais gevestigd in Bourgogne, in Quetigny om precies te zijn. In de Franse supermarkten is het merk de nummer 1 te midden van de andere grote namen op het gebied van hygiëne, zoals Colgate-Palmolive. En bovendien neemt het de tweede plek in op de markt voor douchegel. Het merk dat diverse producten fabriceert, van huidolie tot shampoo en zeepvrije wastabletten, heeft zijn succes te danken aan de natuurlijke samenstelling van zijn producten (100% plantaardig) en de pure geuren verkregen uit etherische olie zoals thee, gember, citroen en lavendel. En wie weet ook een beetje aan zijn Franse naam

Senoble, het populairste nagerecht
Er worden per jaar twaalf miljoen potjes van verkocht! Het île flottante (bekend Frans dessert, letterlijk drijvend eiland) van Senoble doet veel Fransen het water in de mond lopen. Dit dessert wordt, net als alle andere nagerechten, desserttaarten en gebak uit het assortiment, gemaakt in Jouy in de Yonne, Het succes van het merk is doorgedrongen tot in de schappen van de grote supermarkten in Duitsland, Spanje en Engeland. Tegenwoordig is Senoble de op twee na grootste Franse fabrikant van kort houdbare versproducten. Zoals Jean Rochefort in een televisieprogramma vertelde, was het in 1921 door Sophie Senoble opgerichte merk oorspronkelijk een ambachtelijke kaasmakerij. Tegenwoordig is het een enorm bedrijf dat nog steeds in handen is van de erfgenamen, met een omzet hoger dan een miljard euro. Marc Senoble heeft zijn rijk uitgebreid met andere merken, door onder andere in 2007 het Engelse merk Elisabeth the Chef op te kopen..

Duc, de sterkste haan in het kippenhok
Duc, de grootste Europese producent van gevogelte met een keurmerk, is gespecialiseerd in het produceren, slachten, verpakken en verkopen van kip en kalkoen. Het merk heeft een hoge vlucht genomen in de schappen van de supermarkten. Tegenwoordig verkoopt de groep meer dan 57.000 ton gevogelte per jaar, goed voor een omzet van 200 miljoen euro per jaar. Gérard Bourgoin is de oprichter van dit grote merk die, met een slagersdiploma op zak, in 1972 de eerste steen legde van het gebouw in Chailley, zijn geboortestad. Jarenlang was hij sponsor van de sportclub AJ Auxerre, dat veel bekendheid genereerde voor zijn merk. Helaas liep het bedrijf imagoschade op door een verzoek tot faillietverklaring in 2000. Maar nu, met hulp van nieuwe aandeelhouders, is Duc niet meer klein te krijgen. In 2008 heeft het merk twee miljoen euro geïnvesteerd in Chailley, de hoofdlocatie, ook al is het bedrijf tegenwoordig door heel Frankrijk verspreid.

Anis de Flavigny door de jaren heen
Het snoepje anis de Flavigny werd in 1988 onderscheiden met ‘le ruban bleu’ van Intersuc als een van de oudste snoepjes van Frankrijk. Een anijszaadje en suiker, dat is het basisrecept van deze lekkernij, waarvan het commerciële succes werd verzekerd door de stuwende kracht van Jean Troubat. De anis de Flavigny waren de eerste lekkernijen die verkocht werden in de Parijse metrostations, bijna meteen vanaf de allereerste ritten. Tegenwoordig (onder leiding van Catherine Troubat) zijn de Anis van de abdij van Flavigny de enige snoepjes die worden bereid volgens het middeleeuwse recept van de Benedictijner monniken uit Flavigny. Het snoepje ter grootte van een erwt is tegenwoordig ook te koop via internet en wordt naar meer dan 119 landen geëxporteerd. U kunt er in Frankrijk niet omheen, u vindt de kleine ovale doosjes van email overal! Bijvoorbeeld in de winkels op vliegvelden, maar ook bij banketbakkers en in de supermarkten. Deze verfrissende snoepjes onderscheiden zich door de natuurlijke, originele smaken, zoals gember, kaneel etc.

Berthaut, ambassadeur van de Epoisses-kaas
De Epoisses-kaas is een van de smakelijkste producten van Bourgogne, het land van lekkerbekken. De kaasmakerij Berthaut heeft in 2009, tijdens de salon international de l’agriculture (internationale landbouwbeurs), drie medailles gekregen voor zijn Epoisses-kaas. Een onderscheiding waar het bedrijf (75 werknemers) zeer trots op is. Met een productie van 500 ton per jaar levert Berthaut de helft van de volledige productie van deze AOC-kaas. Wat deze kaas zo bijzonder maakt? Het is een van nature vochtige gestremde wrongel die wordt gewassen in zout water en gemengd wordt met Marc de Bourgogne (drank). De Epoisses is de laatste Franse kaas die gemaakt en gerijpt wordt volgens deze methode, er bestaat geen verfijndere manier. Van de 200 à 300 boerderijen die de kaas aan het eind van de 19e eeuw bereidden, telde de Auxois er nog slechts twee toen Robert Berthaut in 1956 besloot om de productie nieuw leven in te blazen. Hoewel hij dit in die tijd aanvankelijk voor eigen gebruik deed, is de Epoisses met zijn sterke geur tegenwoordig te vinden in Amerika, Japan en zelfs Australië. Het bedrijf exporteert een derde van zijn productie.

URGO verzorgt uw wonden
““Il y a de l’Urgo dans l’air.” (Er hangt Urgo in de lucht), een slogan die sinds 1979 in de geheugens van de Fransen gegrift staat. Het merk bestaat 20 jaar, maar het bedrijf waar het product wordt gemaakt, Fournier in Dijon, is al 100 jaar oud. Tegenwoordig nemen de laboratoria van URGO de nummer 1-positie in Frankrijk in op het gebied van wondverband. In de reclames komen sporters als Christine Aron en Sébastien Chabal langs om het gebruik van URGO-verband te promoten. Bovendien, iets wat minder bekend is, neemt URGO de eerste plek in op het gebied van medicijnen voor de luchtwegen, zoals Humex. Dankzij deze innovatieve producten, die constant in ontwikkeling zijn, blijft het bedrijf ‘gezond’, ook wat export betreft (50% bij een totale omzet van 260 miljoen euro). In 2009 kreeg URGO nog de Direct Médica-prijs voor innovatie met zijn product voor beschadigde nagels. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een gepatenteerde technologie, Filmogel, het eerste vloeibare verband op de markt. Made in Bourgogne!

Kodak is ‘uitgeklikt’
De komst van het digitale fototoestel betekende het einde van Kodak, dat in Chalon-sur-Saône meer dan vijf jaar geleden zijn deuren moest sluiten. De locatie waar in goede jaren 2500 werknemers werkten, leverde gedurende veertig jaar filmrolletjes en niet te vergeten wegwerptoestellen aan de Fransen, die ze gebruikten om hun herinneringen vast te leggen. Maar ook fabriceerden ze lichtgevoelige oppervlakken voor professionals in de filmindustrie en de medische wereld. Vanuit de locatie in Chalon-sur-Saône, gelegen op de as Rijn-Rhône, heeft Eastman Kodak in die tijd gewerkt aan de Europese lancering van zijn product. De locatie wordt tegenwoordig niet verwaarloosd, maar is omgevormd tot een industriegebied waar ongeveer duizend mensen werkzaam zijn. Chalon-sur-Saône blijft de bakermat van de foto: Nicéphore Niepce, uitvinder van de fotografie, kwam hier namelijk vandaan.

Dijon maakt taarten, van Pernot tot Mulot
Wafeltjes, roomboter- en amandelkoekjes met leuke namen als ‘Piou-Piou’ of ‘Amourette’ hebben tientallen jaren gediend als vieruurtje voor kinderen en als koekje bij de koffie voor ouderen. De fabriek Pernot is niet meer. Tegenwoordig bestaat in Dijon alleen nog de koekjesfabriek Mulot & Petitjean. Het beroemde koekjesbedrijf is de laatst overgebleven fabriek waar kruidkoek (pain d’épices) wordt gemaakt, sinds het in 1969 het maison Auger opkocht. Ondanks de invasie van zoetere producten is het originele recept van bloem, honing en kruiden nooit veranderd. Zo eenvoudig kan het zijn. Met een omzet van drie miljoen euro, die de laatste jaren ver is gestegen, verovert het bedrijf nog steeds nieuwe markten. Het richt zich tegenwoordig op uitbreiding buiten Frankrijk, met vernieuwde producten zoals pavés (vierkante gelaagde toetjes), nonnettes (kruidencakejes), donuts en geglazuurde peperkoeken.

Terrot, legendarische motoren
Veertig jaar lang, van 1912 tot 1952, was de Franse hoofdstad van de motorfiets…Dijon! Terrot produceerde er tot 25.000 motorfietsen per jaar. De fabriek, gelegen aan de boulevard Voltaire in Dijon, blijft een voorbeeld van industriële architectuur uit de jaren ‘20. Tegenwoordig is deze locatie in handen van de Japanse fabrikant van auto-onderdelen JTEKT. Sinds de opkomst van de auto heeft het bedrijf gewerkt aan het hoog houden en het verdedigen van zijn imago. Ze werden hierbij geholpen door de motorsportwereld met René Desdions, een Frans kampioen, die tot drie keer toe op een 175 cc Parijs-Nice won en die samen met Pierre Perrotin en Jacques Durant het trio vormde dat motorbedrijf Terrot oprichtte. Ze zijn alle drie echte leiders van de Fabriek, met een hoofdletter F, zoals de ‘baas’ Alfred Vurpillot dat wilde. Tegenwoordig staan de Terrot-motoren in musea waar ze herinneren aan de glorietijd waarin elke gebruiker zijn eigen model had, zoals die ene Terrot uit de reclame, die speciaal ontworpen was voor vrouwen en geestelijken.

Tolix zit goed
De stoelen en fauteuils van Tolix zijn te vinden in de collecties in het Vitra Design Museum, MoMa et het Centre Pompidou. Tolix uit Autun is tegenwoordig een wereldberoemd bedrijf. Elke maand worden er 4000 stoelen met containers verscheept naar ongeveer 30 landen over de hele wereld. “Dat is echt heel veel, vooral omdat we alles met de hand maken”, benadrukt Chantal Andriot, die uitlegt dat er voor elke stoel minstens 200 handelingen nodig zijn. Het vakmanschap van het bedrijf werd in maart 2007 beloond door het ministerie van economische zaken met het keurmerk “entreprise du patrimoine vivant” (bedrijf met levend erfgoed). Net als in 1930 worden de hoogwaardige stoelen gefabriceerd op basis van vormen die ontworpen zijn door Xavier Pauchard. Een voorbeeld is het krukje 45, dat zijn grijze uiterlijk ingeruild heeft voor pasteltinten. Tegenwoordig gaat Tolix steeds meer samenwerkingen aan met kunstenaars en ontwerpers voor het vernieuwen van de klassieke stukken, die oorspronkelijk een sobere uitstraling hadden en bestemd waren voor bedrijven, industrie en winkels.

Lacanche maakt fornuizen van topkwaliteit
Dankzij de producten die er worden gemaakt, wordt de naam van het dorp waar het bedrijf gevestigd is, als erkend merk gebruikt. De Société Industrielle de Lacanche (SIL) produceert zeer bijzondere, op maat gemaakte fornuizen. Bordenwarmers, frituurpannen, ketels en geëmailleerde sudderkookplaten, de Lacanche is de Rolls Royce onder de ovens, waarbij men het kleinste detail zelf bepaalt! Het heeft geen zin om naar een ‘gewoon’ witgoedbedrijf te gaan. Een Lacanche-fornuis wordt alleen verkocht in bepaalde speciaalzaken voor keukenapparatuur en bij een aantal chique warenhuizen zoals Harrods in Londen. Wat maakt ze zo bijzonder? “We verkopen professionele fornuizen voor particulieren”, vat Jean-Jacques Augagneur samen. Tegenwoordig wordt de expertise van het bedrijf ook ingezet voor een moderner assortiment, zoals Westahl.

Seb en de keukenrevolutie
Op 19 oktober 1953 wordt de kleine gemeente Selongey wakker met het geluid van de eerste snelkookpan, toen nog iets heel bijzonders, maar tegenwoordig heel gewoon. De ‘Société d’Emboutissage de Bourgogne’ (SEB) kwam op de markt met de productie van een snelkookpan ‘cocotte-minute’ (waarvan de naam pas in 1978 wordt vastgelegd). Sindsdien is de stoompan overal geïntroduceerd en is de naam Seb ook alom bekend, ook al weet niemand meer precies wat het betekent. Elke seconde worden er in de wereld zes Seb-producten verkocht. Koffiezetapparaten, elektrische frituurpannen, broodroosters en stofzuigers. In de loop van de tijd is het bedrijf dat opgericht werd door de familie Lescure andere producten gaan verkopen door het overnemen van andere merken, zoals Krups, Moulinex en Rowenta. Selongey blijft echter het kloppend hart van Seb, dat de Actifry heeft gelanceerd. Dit is de laatste belangrijke innovatie van het huis: een enkel scheutje olie is genoeg voor het bakken van een kilo frietjes.

S van Schneider
In 1914 werkten er 15.000 arbeiders in de fabrieken van Schneider in het plaatsje Le Creusot en het emperium van dit bedrijf strekt zich in die tijd uit tot scheepswerven van Le Havre. De geschiedenis van Schneider begon echter in 1836 in Saône-et-Loire met de locomotieven en de kanonnen die gedurende 150 jaar, vanaf het begin van de industriële revolutie, in Le Creusot gefabriceerd werden. Op deze plek is ook de eerste Franse locomotief gemaakt - de Gironde -, de prachtige stoommachine die zijn intrede deed in de geschiedenis van het spoor en gesigneerd was met een S. Tegenwoordig neemt Le Creusot nog steeds een belangrijke plaats in op de Franse industriële markt, waar het nu vooral om kernindustrie gaat. Want ondanks de onverwachte dood van Charles Schneider in 1960, dat het einde van het familietijdperk betekende, zijn expertise en de know-how van dit bedrijf blijven bestaan. De hoofdonderdelen van de EPR (nieuwe generatie kernreactor) zullen in Le Creusot worden geproduceerd door ArcelorMittal, dat in zekere zin de erfgenaam van de smederij is geworden.

Lapierre & Look Cycle vervolgen hun beklimming
In 1975 laat de Bourgondiër Bernard Thévenet niets heel van Merckx, de ‘kannibaal’, in de beklimming naar Pra-Loup. Hij sleept zo zijn eerste Tour de France-titel in de wacht. Op het gebied van fietsen kent Bourgogne vele kampioenen, alleen zijn sommigen minder mediageniek dan de koningen van de grote ronde. Een ervan is Look Cycle, een bedrijf dat ongeveer 25 jaar geleden werd opgericht in Nevers en dat 150 mensen in dienst heeft. Het voorziet tegenwoordig meer dan de helft van de renners van de Tour van materiaal, in het bijzonder Alberto Contador, die de Tour de France in 2009 op zijn naam schreef. 70% van de omzet komt uit het buitenland, dankzij de carbonframes en de automatische pedalen, waaronder de allerbeste van de wereld. Het bedrijf Lapierre in Dijon heeft ongeveer 60 mensen in dienst. Ze produceren 80.000 fietsen per jaar, voornamelijk voor de Franse markt, waar ze de leider op het gebied van mountainbikes zijn. Maar dat niet alleen! Dit bedrijf, dat direct na de oorlog is opgericht, fabriceert de beroemde Vélib- en Vélo’V fietsen, de fietsen van het witte fietsensysteem die u kunt huren in Parijs en Lyon.

Amora: Dijon forever
Eind 2008 sloeg de aankondiging van de sluiting van de oude locatie Amora-Maille in als een bom. Laat er echter geen misverstand over bestaan: de productie van mosterd en mayonaise uit Dijon blijft wel plaatsvinden in Bourgogne, maar dan in Chevigny-Saint-Sauveur, vlak bij Dijon. De fabriek bevindt zich op een modern industrieterrein, aangepast aan de huidige productie-eisen. Ook al is de Dijonmosterd geen “appellation d’origine contrôlée” en mag het daarom overal ter wereld geproduceerd worden, toch blijft Armora verbonden met de stad waar het door Unilever Bestfoods overgenomen merk ontstaan is. De naam die in Frankrijk erg bekend is door de reclames waarbij in de slagzin het accent gelegd wordt op de smaak, zoals “Le goût de foudre” (woordspeling op ‘coup de foudre’= liefde op het eerste gezicht) eerst, en later “par amour du goût” (uit liefde voor smaak).