Temple de Janus

De tempel van Janus, die nog steeds overeind staat, werd tussen 2013 en 2018 opgegraven. De oorsprong ervan kan worden opgehelderd. Het dateert uit de Gallische periode en uit de 3e eeuw v. Chr. De oudheid van dit heiligdom zou een van de redenen kunnen zijn voor de keuze van de topografische plaats om de nieuwe hoofdstad van de Aedui te vestigen, in de Augusteïsche periode. De hypothese van een cultus voor "Janus" is onjuist. Het lijkt voort te komen uit een verkeerde interpretatie van het toponiem "Genetoye", dat eerder verwijst naar bezem. Anderzijds wordt in een offer dat bij opgravingen op de plaats van de tempel werd ontdekt, melding gemaakt van de inheemse godheid "Ienieco", die een van de goden van het heiligdom zou kunnen zijn. Voorlopig is deze god alleen geattesteerd in Autun.
Het theater en de baden van het heiligdom zijn gedeeltelijk opgegraven. Het showgebouw Genetoye is 116 m in diameter, kleiner dan het stadstheater, maar nog steeds groot genoeg om een van de grootste theaters in Gallië te zijn.
Tenslotte heeft de ambachtelijke wijk geprofiteerd van 8 jaar opgravingen. De productie was aanvankelijk gericht op metaalbewerking, maar in de 2e eeuw werd overgeschakeld op de vervaardiging van keramisch vaatwerk. Er zijn meer dan honderd pottenbakkersovens geïdentificeerd. Er zijn ook beeldjesateliers ontdekt, verbonden met de beroemde coroplast Pistillus. Sommige van deze producten waren bestemd voor de export, andere voor consumptie in het heiligdom zelf.